DANCE
Tweeënzeventig is ze, al ziet ze er maar zestig uit. Ze draagt rode laarzen, een subtiel glanzende groene broek, een zwarte blazer en een enkele zilveren armband. Ze straalt. Lucinda Childs stond vorige week op het podium van het Gentse Kunstencentrum Vooruit. Haar gezelschap bracht ‘DANCE’, een stuk uit 1979, en zij groette het publiek. Nog steeds wordt er verder gedanst in mijn hoofd.
Drie delen, drie maal twintig minuten. Een uur lang klinkt de repetitieve, minimalistische soundtrack van Philip Glass. Mannen en vrouwen, strak in het pak, draaien en wiegen de coulissen in en uit. Ze baden in blauw en rood licht. Het tweede deel is een rustpunt, een solo. Een dame danst naar ons toe, maar ook van ons weg. Als de aanrollende golven en het eb van de zee. Daarna neemt de groep terug het podium over. Deze keer zijn er diagonale lijnen en cirkels. De dansers vinden elkaar en kruisen elkaar op een neuslengte na. Hun benen zwaaien zwierig.
En er is meer. De hele tijd vermengen de lichamen op scène zich met dansende figuren in zwart-wit van dertig jaar geleden. Op het doek dat voor de scène hangt, wordt de filmversie van de choreografie geprojecteerd. Meer dan dertig jaar geleden legde beeldend kunstenaar Sol LeWitt ‘DANCE’ vast. Hij geeft zijn kijk en interpretatie. Het publiek ziet zo hoe regelmaat wordt doorbroken met kleine ongelijkheden, met minimale verschillen. Het unieke van de herhaling.
Nu en vroeger, heden en verleden komen samen. Maar het is meer dan een dialoog. Al is Childs’ dans erg strikt en mathematisch, toch lijken de wiskunderegels even niet te kloppen. Het geheel is meer dan de som. Zo vreugdevol en energiek. Het is fijn vertoeven in die wereld.
Hier ben je er even deel van: http://www.youtube.com/watch?v=CByoefokGrA.